Op weg naar Mongolië en Siberië
Met 550.000 kilometer op de teller koppelden Benno en Thecla opnieuw de aanhanger achter hun Enfield. Het beoogde doel van dit motoravontuur was om via de Balkan langs de zijderoute naar het uitgestrekte Mongolië en oosten van Siberië te koersen, op zoek naar een welhaast mythisch dier. Vier dagen waren zij onderweg toen voor hun neus de grens dichtging. In de overtuiging dat dit misschien voor een paar dagen was, zetten zij hun tent op in de bossen. Dit verblijf duurde toch wat langer dan verwacht. Er bleek een of ander virus rond te waren. Sneeuwbuien en strenge vorst teisterden hun doelloze dagen. In afwachting voor wat ging komen dwaalden zij door de bossen en stuiten op wolven, zwijnen, vossen, herten en ander gespuis. Het nieuws sijpelde door dat buitenlanders naar hun thuisland terug moesten.
Settelen in het woud
Ze hadden echter hun huis al verhuurd en hun werk opgezegd. Terug konden ze dus niet. Om uit handen te blijven van de autoriteiten en de politie zochten zij een plek dieper in het woud. Zij begonnen zich langzaam te settelen aan een kleine waterstroom. In de ochtend hakten zij een wak voor water. Voor eten moesten zij een dag lopen om onopvallend voor een week in te slaan. De dagen trokken voorbij als tijdloze gedaanten waarvan je de contouren nauwelijks kon zien.
Gaandeweg maakten zij kennis met de overweldigende schoonheid van de natuur. In de verte klonk het dreigende geluid van kettingzagen. Dag na dag kwamen de houthakkers dichterbij. Op een ochtend waarin de nachtelijke sneeuwbuien rijkelijk van zich hadden doen spreken, vielen de kettingzagen opeens stil. Ze waren gesnapt! Verward stonden de ruige houthakkers te kijken naar een tentje en motorfiets onder een dik pak sneeuw. En daar kropen opeens, tot hun verbijstering, onder een nuchter “Goedemorgen”, twee mensen op hun knieën uit vandaan. Na te hebben gehoord waarom ze hier stonden, zaagden de houthakkers spontaan een tafel en twee stoelen uit een boom. Een andere houthakker kwam met eten aan. Hier en daar werden wat bomen verwijderd waardoor ze eerder zon op de plek hadden.
Maar een paar weken later werden zij alsnog gesnapt door boswachters. Deze sommeerden hen om te vertrekken. Maar waar moesten ze heen?! Campings waren gesloten, de grenzen en provincies op slot. Aangezien de boswachters ook geen raad met hen wisten, moesten zij toch hun boeltje oppakken en volgen. Het gaf een verrassende wending. Tot hun verwondering stopten zij een uur later, hoog in de bergen, voor een jagershut. Zij kregen de sleutel overhandigd, “daar ligt hout, daar een houtgestookt fornuis en hier een paar bedden.” Uiteindelijk verbleven zij hier drie weken midden in de bossen. Een onvergetelijke ervaring.
Hierna raakten zij weer aan het zwerven. Uiteindelijk hielden zij het drie maanden vol voordat de grenzen open gingen. Zij trokken door Polen, Slowakije, de Baltische staten en Finland, maar Rusland bleef helaas gesloten. Via Lapland, de Noordkaap, Noorwegen, Zweden en Denemarken wisten zij in zeven maanden en twintigduizend onwaarschijnlijke kilometers het thuisfront weer te bereiken. Het mythische dier werd niet gevonden, maar de ontmoeting met wolven, beren, rendieren, walvissen, arenden en muskusossen maakte veel goed.
De boeken van Benno Graas
Benno Graas is fervent motorrijder en schreef diverse boeken over zijn avontuurlijke motorreizen over de wereld samen met zijn vrouw Thecla. Naast ‘Dwaalgasten van de Amoer’ verschenen onder andere ‘De ontmaskering van Timboektoe’, ‘Poreus staal’ en ‘Het aarden Beest’.